| Toccata ‘Te Deum’ (1973) | Gabriël Verschraegen |
| Sonate II für Orgel (1937) | Paul Hindemith |
| Improvisatie | Geerten van de Wetering |
| Pour Notre-Dame | Calliope Tsoupaki |
| Scherzo | Gabriël Verschraegen |
| Variaties over een Kempisch kerstlied | Albert de Klerk |
| Suite Modale (opus 43, 1938) | Flor Peeters |
Op het programma staan twee werken van de Gentse organist-componist Gabriël Verschraegen, die 100 jaar geleden geboren werd: Toccata ‘Te Deum’, een kort, flitsend werk als opening, en verderop een Scherzo uit zijn Sonate in e. Ook van zijn leermeester, Flor Peeters, staat een werk op het programma: de Suite Modale, tot besluit van het concert. Voorafgaand aan deze suite klinkt een werk van Albert de Klerk, wat hij voor Flor Peeters zijn 50e verjaardag schreef. De familie De Klerk was tijdens de Eerste Wereldoorlog uit Vlaanderen gevlucht naar Nederland. De vader van Albert de Klerk, Jos de Klerk, was bevriend met Flor Peeters. Toen Albert op jonge leeftijd Flor Peeters hoorde concerteren in de St. Bavokerk in Haarlem, besloot hij zijn leven aan het orgel te wijden.
De Nederlandse en Vlaamse orgelscholen zijn veelal beïnvloed door zowel de Duitse als de Franse tradities. Naast de Nederlandse en Vlaamse werken, wordt het programma aangevuld met een orgelsonate van Hindemith (als vertegenwoordig van de Duitse traditie) en een werk van de Componist des Vaderlands, recent geschreven voor de Notre-Dame in Parijs.
